Maak kennis met Afke Donker van het NJi:
‘Samen leren, en wíllen leren: dat is voor mij de kracht van SEJN’
Ze ‘studeerde psychologie met echt een bèta-hoofd’, promoveerde bij PI Research en de VU op de gebruiksvriendelijkheid van educatieve software voor jonge kinderen en is sinds 2015 werkzaam bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) als senior binnen de vakgroep Kwaliteit, Beleid en Monitoring en sinds 2020 als projectleider van het project Effectief Jeugdbeleid. Onlangs nam ze binnen NJi het SEJN-stokje over van Inge Bastiaanssen, die lector Participatieve Innovatie in het Jeugdlandschap aan Avans Hogeschool is geworden en vanuit die rol betrokken blijft. Maak kennis met Afke Donker!
Vanuit haar werkzaamheden bij het NJi spreekt Afke veel met jeugdhulpaanbieders en met gemeenten, ‘op het snijvlak van leren en verantwoorden’, zoals ze het zelf verwoordt. ‘Ik zie dat gemeenten leren en verbeteren, in het gesprek met de jeugdhulp over de cijfers, soms van bovenaf willen stimuleren. Maar leren en verbeteren kun je eigenlijk niet opleggen aan de ander. Krachtig leren ontstaat als je het zélf doet, als je vanuit intrinsieke motivatie leert op je eigen handelen.’
Samen vooruit komen
De kracht van SEJN is volgens Afke dan ook: ‘Dat je als jeugdhulpaanbieders samen laat zien: wij leren, en wij wíllen leren. Dan hoeft de ander, zoals een gemeente, ook minder te duwen. Omdat hij ziet: het is in goede handen.’ Daarbij geeft Afke aan dat écht leren, en de lerende beweging gaande houden, niet zo eenvoudig is als het misschien lijkt. En dat dat ook niet erg is. ‘Leren is ingewikkeld, in elke organisatie. Het gaat erom dat je elke keer een beetje beter wordt, dat je samen een stapje verder zet. En dat is mooi aan SEJN: je kent elkaars praktijk, je doet ongeveer hetzelfde werk, maar net op een andere manier. Je komt in de praktijk allerlei knelpunten tegen, of er lopen dingen juist supergoed. Dát zijn inzichten waarmee je als jeugdhulpaanbieders samen vooruit komt.’
SEJN meenemen ‘de wereld in’
Afke wil de komende tijd benutten om te kijken op welke manier ze hieraan optimaal kan bijdragen. Vanuit haar rol in de Adviescommissie Praktijkonderzoek (APO) van SEJN, en ook daarbuiten. Het begint met nader kennismaken en ‘vooral veel ophalen’: ‘Waar is SEJN allemaal mee bezig, wat kan ik doen, wat kunnen we als NJi doen?’ Daarbij zal ze SEJN ook zeker meenemen ‘de rest van de wereld in’, in de gesprekken die ze voert met partijen buiten het samenwerkingsverband, zoals gemeenten en andere jeugdhulpaanbieders. ‘Dat vind ik heel belangrijk, om te laten zien dat het ook zo kan. Een manier van samen leren en beter worden, omdat de wil er is, niet vanwege druk van buitenaf. Dat levert uiteindelijk ook meer op.’
Motivatie en inspiratie
‘Ik hoop dat SEJN nog veel bekender wordt, en zal me daar zelf ook voor inzetten’, besluit Afke. ‘Ik kan me voorstellen dat het voor sommige jeugdhulpaanbieders nog een brug te ver is, want het kan ook spannend zijn om dingen met collega-organisaties te delen. Maar dát SEJN er is, als mogelijkheid om naar toe te groeien, kan voor anderen een belangrijke motivatie en ook inspiratie vormen.’